3.4.17

Engels heeft naar het schijnt de grootste woordenschat van alle talen. Dankzij het internet en de globalisering vist het overgrote deel van de wereldbevolking in een plasje woorden van amper vijfhonderd - laten we positief blijven! - slecht begrepen en uitgesproken woorden die ze van Amerikaanse televisie en muziekteksten menen te kennen.

En aangezien onzuivere taal tot onzuivere gedachten leidt, zal de wereld weldra bevolkt worden door een diersoort die niet meer kan denken.

(Overigens hoeft dit volgens de evolutietheorie ook helemaal geen probleem te zijn, zolang het maar bijdraagt tot de overleving van de soort. Maar wat voor een soort?)

Erger is dat Sapir-Whorf ons geleerd heeft dat hoe groter je woordenschat, hoe beter je deze wereld kan omschrijven en beschrijven - en dus begrijpen. Het corrolarium daarvan moet wel zijn dat wie een kleine woordenschat heeft in een kleinere wereld leeft.

Het zogezegd oneindige internet heeft dus geleid tot een vernauwing van het menselijke bestaan.

Het internet is de wereld niet.

Quod erat demonstrandum.